Kinderen in de auto: van autostoeltje tot autogordel

We hebben het wel eens meegemaakt. Een vader of moeder komt een auto huren en heeft zijn of haar kind bij zich. Uit ervaring weten we dat mensen zonder eigen auto zich vaak niet bewust zijn van de regels rondom het vervoeren van kinderen in de auto en autostoeltjes. Voor al deze papa’s en mama’s (en alle anderen) volgt hier een korte uitleg.

Wanneer autogordel?

Of een kind de veiligheidsgordel of een kinderzitje moet gebruiken, hangt in eerste instantie af van de lengte van het kind. Tot een lengte van 1,35 m moet een kind in principe in een kinderstoeltje of later zitverhoger zitten. Vanaf 1,35 meter ‘mag’ een kind in de veiligheidsgordel. Maar ook leeftijd speelt een rol.

Vanaf 3 jaar mogen kinderen in uitzonderlijke gevallen de autogordel gebruiken. Bijvoorbeeld als ze door andere ouders worden thuisgebracht na een kinderfeestje. Sommige (oudere) auto’s hebben geen gordels of alleen gordels voor de bestuurder en passagier voorin. In dat geval mag een kind zonder gordel op de achterbank. Al is dat niet aan te bevelen natuurlijk.

Welk kinderzitje?

Kinderzitjes, of autostoeltjes, worden ingedeeld naar lichaamslengte of gewicht. Zogenaamde i-Size-zitjes worden ingedeeld naar lengte. Deze norm geldt sinds juli 2013. Daarvóór gold er een andere norm, die naar gewicht keek. Veel tweedehandsstoeltjes beschikken nog over deze norm en mogen nog ‘gewoon’ worden gebruikt.

De gewichtsindeling is als volgt:

• 0-10/13 kg (groep 0/0+)
• 9 tot 18 kg (groep I)
• 15-25 kg (groep II)
• 22-36 kg (groep III)

Zoals je ziet, zit er altijd een overlap in gewicht. Een kind van 16 kg bijvoorbeeld mag je zowel in een groep I- als in een groep II-stoeltje vervoeren.

Groep 0/0+ betreft de zogenaamde reiswiegjes, die ‘met de rug naar voren’ in de auto worden geplaatst, op een plek waar zich géén (werkbare) airbag bevindt! Als een auto wel een airbag heeft op die plek, kun je die meestal uitzetten. Vraag er gerust naar bij het ophalen van een huurauto. Groep I zijn de ‘echte’ kinderzitjes. Groep II en III betreft de zitverhogers, met of zonder afneembare rugleuning. Deze worden vaak eerst met, en later zonder rugleuning gebruikt. Merk op dat een kind dus praktisch altijd drie autostoeltjes ‘verslijt’. Maar het kan ook zo zijn dat je drie kinderzitjes nodig hebt als je meer kinderen hebt. 

Let er tot slot op dat je altijd een goedgekeurd (gecertificeerd) kinderzitje koopt! Hiermee voldoe je aan de wettelijke regels, en belangrijker: waarborg je de veiligheid van je kind.

Frits Pieper

Bron blogartikel: www.anwb.nl