WLTP en de gevolgen voor de bpm

In de praktijk stoten auto’s meer CO2 uit dan volgens de fabrieksopgave. De nieuwe meetmethode WLTP moet daar een eind aan maken. De praktijkmeting vervangt de oude laboratoriumtest NEDC. Deze nieuwe meetmethode heeft grote gevolgen voor de bpm en autoprijzen.

WLTP wordt al toegepast

Vanaf september 2019 worden alle nieuwe auto’s onderworpen aan deze nieuwe test, die moet kijken of de op de rollenbank uitgevoerde tests ook daadwerkelijk haalbaar zijn in de praktijk. Nu al worden gloednieuwe automodellen getest op deze wijze.

Auto’s fors duurder

Door de nieuwe meetmethode gaat de CO2-uitstoot van bijvoorbeeld een Peugeot 308 1.2 ‘opeens’ omhoog van 95 naar 115 g/km. De bpm, de belasting op personenauto’s, is hoofdzakelijk gebaseerd op de CO2 en gaat door de WLTP omhoog. Daardoor stijgt de verkoopprijs van deze Peugeot met maar liefst 2.100 euro (Bron: Telegraaf).

Bpm

De prijsstijging ligt trouwens niet alleen aan de nieuwe meettest. Ook de berekeningstabellen voor de bpm zijn gewijzigd. Je valt nu sneller in een hogere schijf. Dus ook zónder WLTP zouden de bpm en autoprijzen zijn gestegen. Echter, de tarieven per schijf dalen ook de komende jaren. Daarmee wil de overheid zuinige auto’s promoten.

Gevolgen vanaf 2020 voelbaar

Hoewel de WLTP al dit jaar als test wordt ingevoerd voor alle nieuwe auto’s, worden de fiscale gevolgen ervan pas vanaf 2020 merkbaar. Tot dit jaar gelden namelijk ‘gewoon’ nog de oude NEDC-testresultaten. De effecten van de wijzigingen in meetmethode en bpm-tarieven zullen voor elke auto anders zijn. Feit is dat van het een op het andere moment exact hetzelfde autotype opeens een stuk duurder wordt. Dat is lastig uit te leggen aan de autokoper.